De laatste stap voor we van start gaan met de wekelijkse uitdagingen is het in kaart brengen van jou huidige beginsituatie. Door middel van de volgende drie methoden te combineren krijgen we het best in kaart waar je op dit moment staat en of je aan het einde veranderingen bent ondergaan.

Methode 1: De before en after foto

Een foto voor en na zorgt ervoor dat we onze progressie in beeld kunnen brengen. Daarvoor is onszelf bekijken in de spiegel niet alleen niet voldoende, maar ook nog eens een valkuil. Je kan de verandering namelijk niet waarnemen per uur, dag of week. We zien onszelf dagelijks in de spiegel en daardoor lijkt het vaaks alsof we niet tot weinig veranderen. Totdat je een keer een bekende tegenkomt na een aantal weken die dan vervolgens wat zegt over je uiterlijk. Een bekende is alleen minder betrouwbaar dan een foto, want wie is er eerlijker tegenover jou om te beoordelen wat voor resultaat je hebt behaald dan jij zelf!

Zes belangrijke tips voor een goede voor en na foto

Kleding: zorg altijd voor dezelfde kleding en draag dit ook op dezelfde manier, want als je je broek hoger of lager optrekt geeft al snel een vertekend beeld. De kleding die ik zelf aanraad is: een zwem of korte sportbroek voor de heren en voor de vrouwen een korte sportbroek met sportbeha of een bikini. Het liefst meet je natuurlijk gewoon op de blote huid.

De plaats en tijd: zorg ervoor dat je altijd op dezelfde plek staat voor het maken van de foto en dezelfde tijd in de ochtend of avond! O ja en zorg dat je een neutrale achtergrond gebruikt zoals een lege muur of deur.

Belichting: de belichting is niet alleen afhankelijk van waar je staat, maar ook er een geopende gordijnen kunnen zijn die wellicht de vorige keer dicht zaten. Hou ook rekening met daglicht als je een foto maakt met veel of minder zonlicht, dan maakt dat ook veel verschil op de foto indien deze word gemaakt met natuurlijk licht.

Afstand van de camera: als we de foto maken van exact dezelfde afstand zorgt dit natuurlijk voor het beste resultaat. Zorg ervoor dat je een duidelijk punt hebt waar je de foto vandaan maakt en maak een foto van de plek, dat kan echt heel goed helpen!

De camera zelf: probeer altijd dezelfde camera te gebruiken, dan is de vergelijking natuurlijk het beste te maken. Als je daarnaast een filter gebruikt is, dat niet erg als de filter maar toe is gepast op beide foto’s

Hoe je staat: zorg ervoor dat je of aangespannen of ontspannen voor de foto staat, maar niet op de voor foto ontspannen en de na foto aangespannen. Heel leuk voor je ego om op de laatste foto extra aan te spannen, maar echt eerlijk naar jezelf is het niet.

Methode 2: wegen

Door je te wegen kunnen we zien of je gewicht verliest. Hierbij zien we niet hoeveel vet je verliest en spiermassa je aankomt dus daarom is alleen gewicht meten niet voldoende voor voldoende inzicht. Wanneer je jezelf gaat wegen zijn de volgende dingen belangrijk om rekening mee te houden.

De ene weegschaal is de andere niet

Weeg altijd op dezelfde weegschaal, want er zit nog wel eens verschil tussen de weegschalen en daardoor kan je niet goed meten als je telkens op een andere weegschaal staat. Het gaat er ook niet om hoeveel je weegt aan de start, maar welke stappen je maakt gedurende het proces.

Wanneer moet ik wegen?

Ik raad je aan om aan de start van de dag te wegen en iedere keer dat je weegt rond dezelfde tijd. Let op dat je niet eerst nog veel water drinkt en probeer zelfs de avond ervoor een zelfde soort routine aan te houden. Als je de ene keer een liter water in de avond ervoor drinkt en de andere keer een glas thee, dan kan dit al een halve kilo schelen.

Hoe vaak moet je jezelf wegen?

Dit hangt natuurlijk wat af van je doelstelling, maar laten we er vanuit gaan dat je hier bent gekomen om op een gezonde manier af te vallen en je jezelf niet aan het voorbereiden bent op een bodybuild of bokswedstrijd waarbij iedere kilogram telt. De meeste mensen wegen zichzelf te vaak en krijgen hier ook veel stress van. Voornamelijk vrouwen ervaren problemen bij dagelijks wegen, omdat het gewicht van een vrouw meer fluctueert dan dat van een man. Dit komt door het hormonale stelsel van een vrouw en de menstruatiecyclus. Rondom de periode van de maand kan het lichaamsgewicht van een vrouw wel tot bijna 3 kilo stijgen.

Het is daarom aan te raden om jezelf proberen te wegen buiten de periode van de maand en hierbij zou ik zelf per 3-6 weken wegen. Wat ik dan wel zou adviseren is om niet 1 dag per 3-6 weken te wegen maar het liefst 5 dagen achter elkaar wegen en neem hier dan het gemiddelde van. Zowel vrouwen als mannen fluctueren dagelijks in hun lichaamsgewicht afgezien van de periode van de maand, daarom is het dus belangrijk om een gemiddelde te nemen van een aantal dagen voor een accuratere meting.

 

Methode 3: Omtrek metingen

De omtrek meten van je lichaam is de meest accurate manier om te meten, want centimeters liegen niet. Zo heb ik een keer iemand begeleid die 94 kilo woog en na 4 weken nog steeds 94 kilo woog, maar 8 centimeter rond zijn middel was verloren! Wat hierbij wel heel belangrijk is de manier hoe we onze omtrek meten, want als je een aantal centimeters hoger of lager meet dan de vorige keer dan kan dit al snel veel centimeters schelen en zo krijg je weer geen helder beeld van je progressie.

We meten de omtrek van vier verschillende punten namelijk je: arm, borst, middel/heup en bovenbeen.

Bij je arm houd je de hand gesloten en meet je op de hoogte van de duim, je hoeft je duim niet te strekken zoals ik aangeef op de video. Dit was niet correct gezegd het moet gestrekt met de vingers tegen elkaar zijn.

Voor je borst trekt je het lint onder je oksels zo hoog mogelijk op en vervolgens trek je het lint rondom je lichaam. Let hierbij op dat het lint in een mooie rechte lijn blijft zowel van voren als van achteren. Een spiegel kan hierbij erg goed helpen helaas was dat voor mij wat lastiger op de video.

Met de heupen of je middel pak ik het liefst het hoogst punt van je heupbot die komt dichtbij de navel uit. Wanneer je meet op een punt als een moedervlek, navel of misschien tattoo dan kan het zijn dat je volgende keer verkeerd meet doordat het punt is verplaatst. Dit komt dan door gewichtsverlies of toename. Hier om houd ik graag vaste onveranderlijke punten aan.

Voor je bovenbeen trekken we het lint weer zo hoog mogelijk op en daarmee meten we iedere keer weer accuraat, omdat hetzelfde punt gemakkelijk te meten is.

Het gaat allemaal niet om de beginmeting, maar om de progressie dus maak je niet druk over je beginsituatie. Het is namelijk super goed van je dat je bent begonnen en dat is wat telt!